Soms kom je een boek tegen dat je helemaal weet te pakken, zowel door de fenomenale schrijfstijl als door de prachtige verhaallijn. Afgelopen maand kwam de debuutroman ‘Waarom we huizen bouwen‘ van Renée Kapitein uit. Een boek waar de voorgaande omschrijving helemaal voor opgaat. Boekhopper interviewde de schrijfster over haar geweldige boek en het schrijverschap.
Hoe is het idee voor ‘Waarom we huizen bouwen’ ontstaan?
Een jaar of zes geleden kampeerde ik drie weken in een camper op een parkeerterrein. Ik stond in de rij voor een kavel – ik heb uiteindelijk een ligplaats voor een woonboot bemachtigd – maar de meeste mensen daar wilden een huis bouwen. Het waren drie knettergekke weken en toen wist ik dat ik er iets over moest schrijven. Ik schreef eerst een kort verhaal, maar ik wist dat er meer te vertellen was.
Dit is je debuut, hoe was het om een boek te schrijven?
Een boek schrijver duurt lang. Ik wist natuurlijk dat ik er met één versie niet zou zijn, dus het herschrijven kwam niet als een verrassing, maar er komen veel dingen bij kijken waar ik van te voren niet echt over na had gedacht. De cover, de auteursfoto, de flaptekst en natuurlijk pr en marketing.
Daarnaast fantastisch. Helemaal als het af is. Gedrukt is. En je het kunt vasthouden. Ruiken. Ziet het liggen in winkels. Als mensen je foto’s sturen terwijl ze het lezen.
En natuurlijk: verschrikkelijk eng. Mensen lezen het zonder dat je er bij bent. En je kunt er niets meer aan veranderen.
In het verhaal maken we kennis met Anna, hoe heb je de hoofdpersoon vormgegeven? Doe je daarvoor inspiratie op uit je omgeving?
Ja. Iedere schrijver steelt, daar ben ik van overtuigd. En ik steel heel veel. Ik luister gesprekken af, gebruik anekdotes van anderen en natuurlijk ervaringen uit mijn eigen leven. Familie en vrienden herkennen dan ook veel. Maar het is natuurlijk wel het doel dat de personages eigen personen zijn. Het helpt me ook om mijn personages veel vragen te stellen. En door veel te schrijven, gaan ze een eigen leven leiden en ga je ze steeds beter leren kennen.
Je hebt een prachtige minimalistische schrijfstijl die haast literair te noemen is, hoe ziet jouw schrijfproces eruit?
Een gevleugelde uitspraak van Dolly Parton is “It cost a lot of money to look this cheap.” Hetzelfde geldt voor schrijven; het kost heel veel werk om “minimalistisch” te schrijven. Voorlezen helpt, mijn tekst horen. En dan heel veel schrappen. Alle zinnen waar ik over struikel, omgooien. Al de onnodige woorden en zinnen schrappen.
‘Ik schreef eerst een kort verhaal, maar ik wist dat er meer te vertellen was’
Aan het schrijven van welke scène heb je het meest plezier beleefd?
Er zit een passage in het boek dat bestaat uit een lijst namen voor kleuren grijs. Om dat te schrijven ben ik langs vijf bouwmarkten geweest om kleurstalen te verzamelen. Heerlijk om al de belachelijke namen te lezen. Ik hoefde helemaal niets te verzinnen.
Het boek zit vol met boodschappen voor de lezer die tussen de regels door te lezen zijn, wat is de belangrijkste boodschap die je mee zou willen geven met dit verhaal?
Ik laat boodschappen het liefst tussen de regels zitten, maar als ik iets moet zeggen; maak je niet druk om de rest, zij hebben ook geen idee wat ze aan het doen zijn.
Ben je alweer bezig met het schrijven van een nieuw verhaal?
Ja, zeker. Met meerdere zelfs. Ik ben begonnen aan een nieuw boek. En ben een fictie podcast aan het schrijven.
Het boek speelt zich vooralsnog af in een kroeg, maar daar ben ik al een tijdje niet geweest dus het is nu bijna een historische roman aan het worden.
Als er een boek over jouw leven zou worden geschreven, wat zou dan de verhaallijn en de titel zijn?
Goede vraag. Ik denk dat ik ga voor een van mijn lievelingsboeken als kind: **De kleine kapitein en het land van waan en wijs.**
Waarom we huizen bouwen
‘In Waarom we huizen bouwen van Renée Kapitein is Anna op weg naar een housewarming als ze strandt in en afgelegen restaurant. Daar ontmoet ze Bor. Hij kampeert op een parkeerplaats, beter gezegd: hij staat in een rij van caravans, campers en tentjes voor een leeg stukje grond, op misschien wel het allerwinderigste stukje van de stad. Hij mag er een huis bouwen. Die nacht blijft Anna bij Bor en de volgende ochtend ontbijten ze op de parkeerplaats. Anna is op slag verliefd. Vanaf het moment dat Bor haar vraagt zijn plek in de rij te bewaken, hoort Anna bij hem. Samen vragen ze vergunningen aan, overleggen ze over bouwmaterialen en zien ze de eerste heipalen de grond in gaan. Ze verhuizen zo snel mogelijk naar hun nieuwe huis, of eigenlijk naar de caravan die ze nu in het betonnen casco hebben geparkeerd. Maar tijdens de prehousewarming is Bor weg. En hij blijft ook weg. En dan neemt Anna voor het eerst in haar leven een ferm besluit: dit huis komt af.’
‘Waarom we huizen bouwen’ ligt nu in de (virtuele) boekhandel. Benieuwd wat Boekhopper van het boek van Renée Kapitein vond? Lees de recensie hier.